Nog geen twee maanden geleden stapte ik in de wervelwind die het Fonds voor Cultuurparticipatie heet. Voor mij geen 100 dagen rustig inlezen en kennismaken. Dertig medewerkers trokken me mee in hun enthousiasme en bevlogenheid om bij te dragen aan onze gezamenlijke ambitie: goed cultuuronderwijs voor ieder kind én de mogelijkheid voor iedereen realiseren om in je vrije tijd mee te doen aan cultuur. Wie je ook bent, waar in Nederland je ook woont. Het doet me goed te constateren dat we niet alleen in deze ambitie staan.
In mijn eerste weken als directeur-bestuurder ontmoette ik al velen die deze ambitie met ons delen. Zoals de acht scholieren die ons adviseren over hoe we er voor kunnen zorgen dat jongeren meer cultuur gaan maken. Of de bevlogen directie van Nederland Monumentenland met een passievol betoog voor de scholing van erfgoedvrijwilligers en het bestuur van de Raad van 12 die allen in de eigen provincie keihard werken aan cultuur voor iedereen.
Ook in mijn kennismakingsgesprekken met collega’s ontdekte ik een onverminderde en professionele drive voor het domein waarbinnen het fonds werkzaam is en persoonlijke passies van de teamleden. Wij hebben theatersportende communicatiemensen, carnaval erende programma adviseurs, volksdansende schrijvers en programmamedewerkers die in hun vrije tijd de mooiste fotobewerkingen realiseren. En stuk voor stuk maken ze zich hard voor cultuurparticipatie voor iedereen.
Ik ben blij met de aandacht die de Raad voor Cultuur in zijn recente advies ‘Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur’ geeft aan cultuurparticipatie en cultuureducatie. Het belang van cultuuronderwijs wordt door de raad onderkend en onderstreept met het pleidooi voor nog eens 8 jaar Cultuureducatie met Kwaliteit. Daar zijn we blij mee. Met onze inzet voor het rijke, minder formeel georganiseerde, innovatieve netwerk van cultuurmakers sluiten we ook goed aan bij de ambitie van de raad om het culturele veld te vernieuwen en te verbreden. Tot slot zien we in het advies onze nieuwste inspanningen voor immaterieel erfgoed terug, met het advies deze ook na 2020 voort te zetten. Ook dat omarmen we. Omdat we graag een duurzaam resultaat bereiken om zo een echt verschil te kunnen maken in onze samenleving.
"Wat betekent dit advies voor de meer dan 6 miljoen mensen in Nederland die cultuur maken? Of beter nog, voor de 11 miljoen die dat (nog) niet doen?"
Tegelijkertijd zie ik dat de voorgestelde stelselherziening echt nog op verschillende fronten uitwerking vraagt. Dat heb ik samen met de andere rijkscultuurfondsen aan de Minister laten weten. Zo ziet de Raad een grote rol voor provincies en gemeenten, maar werkt het de financiële haalbaarheid ervan niet verder uit. En hoe zorgen we ervoor dat de voorgestelde herziening echt bij gaat dragen aan de inhoudelijke ambities die we delen met de Raad? Wat betekent dit advies voor de meer dan 6 miljoen mensen in Nederland die cultuur maken? Of beter nog, voor de 11 miljoen die dat (nog) niet doen? Hoe zorgen we voor een sector waar ook zij zich welkom voelen?
Naar mijn mening ligt de oplossing in het concretiseren van een landelijk programma cultuurparticipatie waarmee we als Fonds samen met gemeenten en provincies mogelijkheden creëren voor mensen die niet vanzelfsprekend aan cultuur kunnen doen. Maar ook door coaching en training voor talenten in de informele cultuurscenes overal in Nederland mogelijk te maken. Samen met de humuslaag van vrijetijdsbeoefenaars zijn zij een belangrijke bron van vernieuwing. En niet te vergeten door het programma Cultuureducatie met Kwaliteit te verbreden naar het voortgezet onderwijs en het MBO.
Mooie woorden gaan pas leven als (nieuwe) cultuurmakers in het hele land concrete mogelijkheden krijgen en vinden. Daar zal ik met mijn collega’s bij het Fonds voor Cultuurparticipatie de komende tijd aan bijdragen. Ik zie er naar uit.
Hedwig Verhoeven